
Veilige gemeente
Toelichting
Als kerkelijke gemeente willen we een veilige plek zijn voor iedereen: voor kinderen en jongeren, voor kwetsbare volwassenen, en natuurlijk voor iedereen die tot onze gemeente behoort. Vanuit onze roeping om elkaar te dienen in liefde en zorg, is het van groot belang dat we actief werk maken van het voorkomen van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag en voor de gevallen waar het heeft plaatsgevonden moet een goed vangnet georganiseerd worden.
Machtsverschillen tussen groepsleiding en deelnemers in het jeugdwerk, tussen ouderling en pastorant, tussen diaken en cliënt, tussen vrijwilliger voor hand-en-spandiensten en gemeentelid. Het effect kan zijn dat iemand met meer macht grensoverschrijdend gedrag vertoond. De ander ervaart dat in eerste instantie niet als storend of wil daar geen aandacht aan besteden. Tot het gevoel van veiligheid wordt aangetast.
Helaas zijn er vele voorbeelden te noemen waarin het fout is gegaan en ook binnen onze gemeente kan dat zomaar gebeuren. De terechte maatschappelijke aandacht voor dit onderwerp, maakt dat we er ook in de kerk werk van willen en moeten maken. Het is belangrijk om te stellen dat het niet alleen een ‘moeten’ is, maar ook een ‘willen’. Met elkaar dragen we zorg voor de veilige omgeving waar iedereen binnen de gemeente recht op heeft.
Als gemeente hebben we daarom drie dingen te doen:
1. We dienen beleid te hebben om (seksueel) grensoverschrijdend gedrag te voorkomen. Daarom heeft de kerkenraad algemene omgangsregels en gedragsprotocollen opgesteld en zullen we voor dit thema in de toekomst regelmatig op verschillende manieren de aandacht vragen. De algemene omgangsregels zijn bedoeld voor iedereen in de gemeente en we hebben ook iedereen nodig om elkaar hierop scherp te houden. De gedragsprotocollen zijn bestemd voor hen die een taak hebben als ambtsdrager, in het jeugdwerk of op andere plekken waar mensen vertrouwen krijgen. De omgangsregels en de protocollen zijn op de website (hieronder) te vinden.
2. We dienen vertrouwenspersonen aan te stellen voor het geval er sprake is van (een vermoeden) van grensoverschrijdend gedrag. Omdat van vertrouwenspersonen een specifieke deskundigheid gevraagd wordt, hebben de gemeenten van de Ring Schouwen-Duiveland, Tholen en Sint-Philipsland besloten deze in gezamenlijkheid aan te stellen. Meer informatie over de vertrouwenspersonen, over hun werk (wat zij wel en niet doen) en over hoe zij te bereiken zijn, is op de website (hieronder) te vinden.
3. We dienen een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) aan te vragen voor alle ambtsdragers, voor hen die werken met jongeren en met andere kwetsbare personen en voor iedereen die een taak heeft waarin via langduriger contact een vertrouwensrelatie opgebouwd kan worden. Dit is een verplichting vanuit onze kerkorde. Een VOG laat zien dat er geen bezwaren zijn vanuit een justitieel verleden om een bepaalde taak of functie uit te oefenen. Het is geen garantie, maar wel een belangrijk onderdeel van zorgvuldig beleid. Door een VOG te vragen, laten we als gemeente zien dat we veiligheid serieus nemen en dat we verantwoord willen omgaan met het vertrouwen dat ouders van jongeren en gemeenteleden geven. Het gaat nadrukkelijk niet om wantrouwen tegenover vrijwilligers, maar om het samen bouwen aan een cultuur van openheid, zorgvuldigheid en veiligheid. De gemeenteleden die dit betreft zullen er door de kerkenraad over benaderd worden.
Het is belangrijk dat ieder gemeentelid beseft dat hij of zij een verantwoordelijkheid heeft in het ‘veilig gemeente zijn’. In de eerste plaats door te letten op ons eigen gedrag en onze eigen woorden. In de tweede plaats door anderen aan te spreken op zaken waarvan je ziet of aanvoelt dat ze niet goed zijn. Tenslotte door actie te ondernemen wanneer je ziet of vermoedt dat de grens bereikt of misschien al wel gepasseerd is.
Gedragsregels en protocollen
In Mattheüs 22 lezen we:
34 Toen de Farizeeën gehoord hadden dat Hij de Sadduceeën de mond gesnoerd had, kwamen zij bijeen.
35 En een van hen, een wetgeleerde, vroeg om Hem te verzoeken:
36 Meester, wat is het grote gebod in de wet?
37 Jezus zei tegen hem: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand.
38 Dit is het eerste en het grote gebod.
39 En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf.
40 Aan deze twee geboden hangt heel de Wet, en de Profeten.
Als vertaling van het grote gebod in de praktijk volgen nu de omgangsregels en gedragscode.
Algemene omgangsregels
De kerkenraad van de Hervormde gemeente te Sirjansland vraagt al zijn leden de onderstaande algemene omgangsregels na te leven:
Ik accepteer en respecteer de ander zoals hij is en discrimineer niet. Iedereen telt mee binnen de kerkelijke gemeente.
Ik houd rekening met de grenzen die de ander aangeeft.
Ik val de ander niet lastig.
Ik berokken de ander geen schade.
Ik maak op geen enkele wijze misbruik van mijn machtspositie.
Ik scheld niet en maak geen gemene grappen of opmerkingen over anderen.
Ik negeer de ander niet.
Ik doe niet mee aan pesten, uitlachen of roddelen.
Ik vecht niet, ik gebruik geen geweld, en ik bedreig de ander niet.
Ik kom niet ongewenst te dichtbij en raak de ander niet tegen zijn of haar wil aan.
Ik geef de ander geen seksueel getinte aandacht.
Ik stel geen ongepaste vragen en maak geen ongewenste opmerkingen over iemands persoonlijk leven of uiterlijk.
Als iemand mij hindert of lastig valt dan vraag ik hem/haar hiermee te stoppen. Als dat niet helpt vraag ik een ander om hulp.
Ik help anderen om zich ook aan deze afspraken te houden.
Mocht er in strijd met deze regels of in de geest van deze regels worden gehandeld dan zal conform de dan geldende regels binnen de kerkelijke structuur van de Protestantse Kerk Nederland worden gehandeld.
Gedragscode tegen seksueel misbruik in pastorale en kerkelijke gezagsrelaties
Ter voorkoming van grensoverschrijdend seksueel, erotisch of intiem gedrag dienen betaalde kerkelijk werkers / kerkelijk vrijwilligers / voorzitters / coördinatoren van de doelgroep (in het Protocol genoemd), zich te houden aan de volgende bepalingen. Het niet nakomen van deze bepalingen wordt gezien als een ernstige fout.
Seksuele handelingen en intieme relaties in pastorale contacten zijn onder geen beding geoorloofd.
Kerkelijk werkers/kerkelijk vrijwilligers zijn verplicht zich te onthouden van seksuele of intieme toenadering, ook als de pastorant (= gemeentelid) dit verlangt of daartoe uitnodigt.
In de relatie tussen de kerkelijk werker/kerkelijk vrijwilliger en de pastorant kunnen bij de werker/vrijwilliger allerlei gevoelens ontstaan (bijvoorbeeld verliefdheid, afkeer, agressie, medelijden). Het kan gebeuren dat deze gevoelens een inhoud en/of intensiteit krijgen die zich niet verdraagt met de pastorale relatie, waardoor deze relatie verstoord wordt of dreigt te worden. Indien zich dat voordoet, moet de kerkelijk werker/kerkelijk vrijwilliger overleggen met de vertrouwenspersoon of het pastorale contact kan worden voortgezet.
Het is binnen het pastorale werk normaal dat er persoonlijke contacten bestaan tussen de kerkelijk werker/kerkelijk vrijwilliger en een pastorant. Hij/zij zal zich hierbij echter voortdurend bewust moeten zijn van de noodzakelijke afstand die in acht genomen moet worden. Dit betekent geen fysiek contact.
Bekijk per situatie of bezoek met twee kerkelijk werkers/kerkelijk vrijwilligers gewenst is.
Als het noodzakelijk is dat een kerkelijk werker/kerkelijk vrijwilliger voor een langere tijd meer dan gewoon intensief pastoraal contact onderhoudt (te denken valt aan langdurige ziekte of psychosociale problemen van een pastorant) dan moet dit in het consistorieoverleg (de kerkenraad) worden besproken. In principe wordt een dergelijk intensief contact door tenminste twee kerkelijk werkers/vrijwilligers onderhouden (de predikant en wijkouderling), die dit onderling bespreken en afstemmen.
Wanneer een kerkelijk werker/kerkelijk vrijwilliger seksueel misbruik door een collega-werker constateert, of ernstige vermoedens heeft, dient hij hiervan melding te maken bij de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon zet vervolgens het traject in volgens het PKN-protocol.
Wanneer een kerkelijk werker/kerkelijk vrijwilliger van een pastorant hoort dat een andere kerkelijk werker/kerkelijk vrijwilliger of ex-werker/vrijwilliger seksueel misbruik heeft gepleegd, dan wijst hij de pastorant op de mogelijkheden dit te bespreken met de vertrouwenspersoon. Ook als de pastorant geen contact met de vertrouwenspersoon wenst, zal de kerkelijk werker/kerkelijk vrijwilliger de vertrouwenspersoon van het besprokene op de hoogte stellen. Wijs de pastorant op de mogelijkheid om contact op te nemen met SMPR (Interkerkelijk samenwerkingsverband tegen Seksueel Misbruik in Pastorale Relaties).
Indien er een melding is van (vermoedelijk) seksueel misbruik van een pastorant door een vertrouwenspersoon, zal de vertrouwenspersoon zijn werkzaamheden moeten opschorten. De kerkenraad zal dan een van de andere vertrouwenspersonen vragen de zaak in behandeling te nemen.
In die gevallen waar de gedragscode niet (direct) voorziet, of bij twijfel over de toelaatbaarheid van bepaalde gedragingen ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider om in de geest van de gedragscode te handelen en zo nodig daarover in contact te treden met de vertrouwenspersoon.
Aanvullende gedragsregels voor het jeugdwerk
Naast bovenstaande gedragscode gelden voor kerkelijk werkers/kerkelijk vrijwilligers in het jeugdwerk ook nog de onderstaande regels:
De catecheet/jeugdleider zal tijdens trainingsdagen, kampen, reizen, uitjes en dergelijke zeer terughoudend en met respect omgaan met het kind/de jongere en de ruimtes waarin zij zich bevinden, zoals de kleedkamer of hotelkamer.
De catecheet/jeugdleider heeft de plicht het kind/de jongere naar vermogen te beschermen tegen vormen van ongelijkwaardige behandeling en seksueel misbruik en zal er actief op toezien dat de gedragscode door iedereen die bij het kind/de jongere is betrokken, wordt nageleefd.
De catecheet/jeugdleider dient langdurig, intensief contact met de jongere te vermijden en voert de gesprekken in ‘transparante’ ruimtes.
De catecheet/jeugdleider belooft geen geheimhouding aan jongeren. Het is belangrijk dat contact tussen jeugdleiders en jongeren over meerdere schouders verdeeld worden. Zo blijft er balans tussen elkaar vertrouwen en elkaar beschermen.
Vertrouwenspersonen
Onze gemeente kan een beroep doen op de drie vertrouwenspersonen van de Ring Schouwen-Duiveland, Tholen en st.Philipsland:
Mevrouw Sytske Martens, 06 22160213 sytskeM@planet.nl
Mevrouw Gerarda van Velzen, 06 22198877 Gerardavanvelzen@gmail.com
De heer Ivan Mijnders, Jpcmijnders@gmail.com
U kunt bij hen terecht met uw vragen, vermoedens, uw verhaal of melding. Afhankelijk van de situatie kan de vertrouwenspersoon verwijzen, de melder bijstaan in gesprekken met anderen en bijstaan bij aangiftes en klachtenprocedures. Zij doen geen werk waar anderen in gespecialiseerd zijn. Zij doen niet aan waarheidsvinding, zij gaan niet zelf op onderzoek uit, zij zijn geen therapeut, mediator, pastoraal medewerker of advocaat, zij zijn geen aanspreekpunt voor ‘gewone’ kerkelijke conflicten. Zij hebben wel geheimhoudingsplicht. Zij staan naast het gemeentelid dat zich bij hen meldt en geven ondersteuning.
De vertrouwenspersonen zijn ervaren en voor hun taak toegerust. Uw verhaal is bij hen veilig en het wordt niet met anderen gedeeld zonder uw toestemming. De vertrouwenspersonen kunnen wel onderling op anonieme basis met elkaar doorspreken indien dit nodig is.
U kunt zelf kiezen met wie u contact opneemt. De vertrouwenspersoon zal dan samen met u kijken of de vraag bij hem of haar past of misschien toch beter bij één van de andere vertrouwenspersonen.